In Nederland spelen paddenstoelen een belangrijke rol in de natuurlijke ecosystemen. Deze organismen vervullen verschillende functies als opruimers, symbiotische partners en soms als parasieten. Maar natuurlijk ook als voedsel voor mens en dier. In dit onderstaande overzicht kijken we naar 20 veelvoorkomende eetbare paddenstoelen in Nederland. En beschrijven we de paddenstoelen en hun relaties met de naastgelegen bomen en landschappen. Dit zijn paddenstoelen die vrij makkelijk te herkennen en te vinden zijn en niet zo snel met giftige soorten te verwarren zijn.

Je zou het kunnen zien als een top 20 van eetbare paddenstoelen in Nederland (in willekeurige volgorde). Maak je klaar voor een mooie herfst met deze lijst van deze 20 essentiële spelers in ons Nederlandse ecosysteem! 

 

1: Biefstukzwam (sep-nov)

Biefstukzwam

Uiterlijk: Platgroeiende buisjeszwam met een roodbruine, vleesachtige hoed die bij het doorsnijden lijkt op een biefstuk. Er zit soms zelfs een druppel bloed aan.
Gebied: Voornamelijk te vinden in loofbossen en parken.
Relatie met omgeving: Deze paddenstoel groeit op rottend hout van loofbomen met name eik en kastanje. De biefstukzwam staat in *symbiose met het hout en draagt bij aan de afbraak ervan.

*Symbiose: is in de biologie het langdurig samenleven van twee of meer organismen van verschillende soorten, waarbij de samenleving voor ten minste een van de organismen gunstig, of zelfs noodzakelijk is.

2: Gewoon Eekhoorntjesbrood (jun-nov)

Gewone eekhoorntjesbrood

Uiterlijk: Stevige boleet met wit tot geelwordende buisjes met een bruine tot okerkleurige hoed en een dikke steel met netvormige tekening.
Gebied: Aanwezig in zowel loof- als naaldbossen.
Relatie met omgeving: Eekhoorntjesbrood vormt een *mycorrhiza-symbiose met bomen (voornamelijk eik en beuk), waarbij de paddenstoel voedingsstoffen uit de bodem haalt en in ruil daarvoor mineralen aan de boom levert.

*Mycorrhiza is een symbiose tussen schimmels en plantenwortels. 92% van de plantenfamilies werkt samen met een schimmel. Deze en Symbiose zijn hetzelfde. Kan je dit samenvoegen? En zullen we het dan overal symbiose noemen?

3: Eikhaas (sep-nov)

Eikhaas

Uiterlijk: Grote paddenstoel met dakpanachtige grijsbruine hoed met witte en later creme kleurige buisjes en een niet zichtbare steel.
Gebied: Komt voor in loofbossen, vooral onder eiken.
Relatie met omgeving: Eikhaas vormt ook mycorrhiza met eiken, wat betekent dat het een essentiële rol speelt in de gezondheid van de boom door voedingsstoffen uit de bodem te absorberen.

4: Fluweelpootje (okt-mrt)

Fluweelpootje

Uiterlijk: Kleinere winter paddenstoel met een fluweelachtige, bruine steel en een bruine slijmerige hoed met dicht opeenstaande crème/gele lamellen.
Gebied: Groeit op dood hout, met name op stronken van loofbomen.
Relatie met omgeving: Deze paddenstoel helpt bij de afbraak van dood hout, waardoor voedingsstoffen weer beschikbaar komen voor andere organismen.

5: Geschubte inktzwam (mei-nov)

Geschubte inktzwam

Uiterlijk: Veel voorkomende paddenstoel met een dunne, cilindrische hoed bedekt met bruine schubben. De hoed met niet zichtbare roze lamellen lijkt op een inktpot.
Gebied: Vaak te vinden langs wegen, paden en op grazige plaatsen.
Relatie met omgeving: De geschubde inktzwam is een *saprofyt, wat betekent dat hij van dood organisch materiaal leeft. De hoed van de paddenstoel barst open om sporen vrij te geven.

* Een saprofyt is een plantaardig organisme, of een schimmel die zijn celmateriaal opbouwt door het opnemen van organische stoffen uit dode andere organismen.

6: Grote parasolzwam (jul-nov)

Grote parasolzwam

Uiterlijk: Grote, parasolachtige paddenstoel met witte lamellen en een dikke, gevlekte steel. Op de steel bevind zich een beweegbare ring. Jonge nog dichte exemplaren lijken op een trommelstok.
Gebied: Voornamelijk in gemengde bossen, graslanden, parken en tuinen.
Relatie met omgeving: De grote parasolzwam is een saprofyt en draagt bij aan de afbraak van organisch materiaal in de bodem.

7: Judasoor (sep-apr)

Judasoor

Uiterlijk: Dunne, bruine, gelatine-achtige paddenstoel met een oorvormige, doorschijnende hoed.
Gebied: Groeit op met name de vlier.
Relatie met omgeving: Deze paddenstoel helpt bij de afbraak van dode plantenmateriaal en heeft ook enige medicinale toepassingen, voornamelijk in de traditionele Chinese geneeskunde.

8: Kastanjeboleet (aug-nov)

Kastanjeboleet

Uiterlijk: Stevige boleet met een bruine tot kastanjebruine hoed en een netwerk van gele poriën/buisjes onder de hoed. De poriën/buisjes verkleuren paars bij indrukken.
Gebied: In naald-.en gemengde bossen en met name onder naaldbomen.
Relatie met omgeving: Kastanjeboleten vormen mycorrhiza met bomen en dragen bij aan de gezondheid van het bosecosysteem.

9: Gewone Berkenboleet (jun-nov)

Gewone Berkenboleet

Uiterlijk: Middelgrote boleet met een lichte tot donkerbruine hoed wit tot vaalwitte poriën/buisjes en een witte steel met zwarte schubjes. De poriën/buisjes verkleuren naar donkergrijs bij indrukken.
Gebied: Onder berkenbomen in loofbossen.
Relatie met omgeving: Berkenboleten vormen mycorrhiza en spelen een rol bij het bevorderen van de groei van berken.

10: Gewone Heksenboleet (jun-nov)

Gewone Heksenboleet

Uiterlijk: Grote boleet met een roodbruine tot donkerbruine fluweelachtige hoed en een dikke steel met rode tekening. De poriën/buisjes zijn rood en verkleuren naar donkerblauw bij indrukken.
Gebied: Vooral te vinden in loofbossen.
Relatie met omgeving: Gewone Heksenboleten vormen mycorrhiza met met loofbomen, vooral eik, beuk en linde.

11: Gewone Oesterzwam (dec-apr)

Gewone oesterzwam

Uiterlijk: Waaiervormige paddenstoel met witte tot lichtgrijze hoeden en zichtbare lamellen. De steel is *excentrisch gehecht.
Gebied: Komt voor op loofhout, zoals eiken en beuken, en groeit vaak op dode of levende bomen.
Relatie met omgeving: Oesterzwammen zijn saprofyten en breken dood hout af. Ze spelen een rol bij de recycling van voedingsstoffen in het ecosysteem.

*excentrisch gehecht: wanneer de steel niet in het midden van de hoed staat en de lamel aan de steel vast zit.

12: Paarse schijnridderzwam

(apr, mei en sep, okt en nov)

Paarse schijnridderzwam

Uiterlijk: Slanke paddenstoel met een lila tot paarse tint en dicht opeenstaande lamellen. Kenmerkende vorm en gladde bleke steel. Kenmerkende vorm en gladde steel.
Gebied: Komt voor en loof- en naaldbossen.
Relatie met omgeving: De Paarse schijnridderzwam is een saprofyt en draagt bij aan de afbraak van organisch materiaal in de bodem.

13: Parelstuifzwam (jul-nov)

Parelstuifzwam

Uiterlijk: Kleine, ronde buikzwam met een witte buitenkant en afveegbare stekels. De hoed barst bij rijping open en verspreidt een poederige massa.
Gebied: Te vinden op humusrijke grond in loof- en naaldbossen.
Relatie met omgeving: Parelstuifzwammen zijn saprofyten en dragen bij aan de afbraak van dood hout. Ze spelen een rol in het teruggeven van voedingsstoffen aan de bodem.

*Buikzwammen vormen hun sporen in een zakje binnenin het vruchtlichaam. Meestal scheurt de zak open bij aanraking of wanneer de zwam rijp is. De sporen worden dan naar buiten geblazen. Dan is hij niet meer eetbaar.

14: Porseleinzwam (aug-nov)

Porseleinzwam

Uiterlijk: Witte, doorzichtige porseleinachtige paddenstoelen met dunne steel en slijmerige hoed die in bundels groeit.
Gebied: Komt voor op dood hout van beuken.
Relatie met omgeving: Porseleinzwammen zijn ook saprofyten en helpen bij de afbraak van organisch materiaal. Ze spelen een rol in het recyclen van voedingsstoffen.

15: Regenboogrussula (jul-okt)

Uiterlijk: Kleurrijke paddenstoel in tinten van grijs, groenviolet, oranje, blauw en paars. Bolvormige hoed lichte steel en vettige lamellen die meeveren bij aanraking.
Gebied: Vaak te vinden in loof- en naaldbossen, vooral bij beuken.
Relatie met omgeving: Regenboogrussula’s vormen mycorrhiza met bomen, waardoor voedingsstoffen worden uitgewisseld tussen de paddenstoel en de boom.

16: Reuzenbovist (mei-okt)

Reuzenbovist

Uiterlijk: Zeer grote, witte bolvormige buikzwam zonder lamellen. Hoed barst bij rijping open. Kan de grote van een voetbal worden.
Gebied: Voornamelijk in graslanden, tuinen en open gebieden.
Relatie met omgeving: Reuzenbovisten zijn saprofyten en breken organisch materiaal af, wat bijdraagt aan de bodemgezondheid.

17: Amethistzwam, of rodekoolzwam (jul-nov)

Rodekoolzwam

Uiterlijk: Kleine paddenstoel met dieppaarse kleur. De hoedrand is vaak gegolfd en de paarse lamellen staan wijd uiteen. Oudere exemplaren verkleuren naar vaalpaars en wit.
Gebied: Vaak te vinden onder beuken.
Relatie met omgeving: Rodekoolzwammen zijn saprofyten en helpen bij de afbraak van dood plantenmateriaal.

18: Reuzenzwam (aug-nov)

Reuzenzwam

Uiterlijk: Grote paddenstoel met bruine tot donkere kleur die dakpannen vormt aan de stam. De hoed is vaak bruin en gestreept met een witte rand. De witte poriën/buisjes verkleuren na enige tijd zwart bij indrukken.
Gebied: Voornamelijk in loofbossen en met name onder beuken.
Relatie met omgeving: Reuzenzwammen zijn parasitaire en saprofyt* paddenstoelen en leeft ten koste van de boom.

*De parasitaire zwam/schimmel tast zijn gastheer aan en in veel gevallen zal dat tot de dood van de boom leiden. Sommige zwammen/schimmels kunnen zowel parasitair als (saprofyt)opruimer zijn. 

19: Zadelzwam (hele jaar)

Uiterlijk: Paddenstoel met zadelvormige en schubbige hoed en lichte steel. Kleur varieert van beige tot bruin met hoekige en witte poriën/buisjes.
Gebied: Kan worden gevonden in loofbossen, vaak op de dode stam van allerlei loofbomen.
Relatie met omgeving: Zadelzwammen zijn saprofyten en dragen bij aan de afbraak van organisch materiaal.

20: Zwavelzwam of “boskip” (mei-nov)

Boskip

Uiterlijk: Oranje waaierachtige paddenstoelen vaak in groepen in de vorm van dakpannen. Gele hoedrand kan golfachtig zijn. De porien/buisjes zijn geel en bij jonge exemplaren zitten er druppels aan.
Gebied: Kan worden gevonden in loofbossen op dood en levend hout van met name eik, kastanje en populier.
Relatie met omgeving: Zadelzwammen zijn saprofyten en dragen bij aan de afbraak van organisch materiaal.

Voordat je je mandje vult met paddenstoelen in Nederland, is het essentieel om waakzaam te zijn. Paddenstoelen plukken vergt een scherp oog en een gezonde dosis voorzichtigheid, want sommige soorten kunnen giftig zijn. Het is sterk aan te raden om niet alleen op één determinatiebron te vertrouwen, maar bij voorkeur gebruik te maken van minstens twee betrouwbare paddenstoelen gidsen, of raadpleeg een ervaren gids die je kan begeleiden in het herkennen van de juiste soorten en het vermijden van potentieel gevaarlijke exemplaren. Zo wordt paddenstoelen plukken niet alleen een avontuur, maar vooral een veilige en leerzame ervaring in de Nederlandse natuur.

Tips voor goede paddenstoelenboeken vind je in de nieuwsbrief van afgelopen week.

> Bekijk hem hier.

Trek er lekker op uit in dit prachtige seizoen en pluk een mooie maaltijd bij elkaar. Fijne jacht!