De lente is een prachtig seizoen waarin de natuur tot leven komt. Overal verschijnen jonge scheuten, bloesems en frisse kruiden. Voor wildplukkers betekent dit een overvloed aan eetbare planten, zeewieren, zilte groenten en zelfs paddenstoelen. In dit blog delen we onze top 10 wildpluk lentevondsten, in willekeurige volgorde. We hebben ervoor gekozen om niet alleen de bekende wilde kruiden op te nemen, maar ook enkele bijzondere wildpluk vondsten die je misschien niet direct zou verwachten.
Van zilte zeewieren tot smaakvolle paddenstoelen: ontdek zelf wat de natuur dit seizoen te bieden heeft!
1: Zeeaster (lamsoor)
Vindplaats: Aan de kust, in zilte, modderige gebieden zoals kwelders en schorren.
Kenmerken: De bladeren zijn heldergroen en lancetvormig. Ze zijn vlezig en kaal. Omdat zeeaster tot de madeliefjesfamilie behoort, heeft de plant een samengestelde bloem. Het hart is geel en omgeven door lange, dunne blauwlila bloemblaadjes. Let op dat je hem niet verward met de niet eetbare plant Echte Lamsoor.
Smaak: Licht ziltig met een zachte bite.
Gebruik in de keuken: Heerlijk in salades, gebakken in tempura beslag of kort gestoomd als bijgerecht bij visgerechten.
2: Zeesla
Vindplaats: Aan de kust bij laag water op rotsen zoals bij de Oosterschelde.
Kenmerken: Grote groene bladeren die wel een meter lang kunnen worden. Het blad is glad, plat en dun, maar wel stevig en heeft geen steel. De rand van het blad kan rond of gelobd zijn.
Smaak: Licht zout met een zachte textuur.
Gebruik in de keuken: Vers in salades of sushi, kort geblancheerd als groente of verwerkt in zeewiersoepen.
3: Jonge dennenappels
Vindplaats: In bossen en parken.
Kenmerken: Kleine, groene dennenappels die nog niet verhout zijn. Harsachtige geur en stevig van structuur.
Smaak: Harsachtig en fris.
Gebruik in de keuken: Inmaken, raspen als zeste of verwerken tot een compote die goed combineert met een vettige kaas.
4: Jonge sparrentoppen
Vindplaats: In bossen en parken.
Kenmerken: Heldere, lichtgroene naalden die in trosjes aan de uiteinden van de takken groeien. Citrusachtige geur.
Smaak: Fris, citrusachtig.
Gebruik in de keuken: Siroop, olie en thee.
5: Kamille
Vindplaats: Weilanden, langs paden of in je eigen tuin.
Kenmerken: Fijn verdeelde blaadjes met typische witte bloemen en een geel hart. Bloeit in weides en langs paden.
Smaak: Mild, zoet en bloemig.
Gebruik in de keuken: Thee, smaakmaker in desserts en gebak.
6: Sering
Vindplaats: Vooral in tuinen en in de duinen.
Kenmerken: Grote trossen van kleine, geurige bloemen in paarse of witte tinten. Bladeren zijn hartvormig en glanzend.
Smaak: Bloemig, zoet.
Gebruik in de keuken: Siroop.
7: Vlierbloesem
Vindplaats: Heggen, kapvlakten, rivieroevers.
Kenmerken: Witte, zoetgeurende bloesemtrossen die aan grote struiken of kleine bomen groeien. Bladeren geveerd en tegenoverstaand.
Smaak: Zoet, aromatisch, ananasachtig.
Gebruik in de keuken: Limonadesiroop, bloesemwijn (bubbels).
8: Raapzaad
Vindplaats: Akkers, bermen, voedselrijke grond.
Kenmerken: Gele bloemschermen met vier bloemblaadjes en een lange steel. Groeit in voedselrijke grond, vaak langs wegen. Blad is helemaal stengelomvattend.
Smaak: Pittig, mosterdachtig.
Gebruik in de keuken: Bloemen en bladeren in salades en in pasta, zaden als smaakmaker.
9: Zwavelzwam (boskip)
Vindplaats: Op (dode) loofbomen of omgevallen stammen zoals wilg.
Kenmerken: Grote, vlezig-oranje/gele vruchtlichamen die op boomstammen groeien. Vlees is zacht en sponzig bij jonge exemplaren.
Smaak: Kippig, stevig.
Gebruik in de keuken: Bereid als kipvervanger, roerbakken of bakken. Pluk alleen hele jonge sappige varianten.
10: Gewone Morielje
Vindplaats: Bossen, langs rivieren en beken, bij loofbomen zoals es en iep.
Kenmerken: Honingraatachtige hoed met diepe ribben, crèmekleurig tot bruin. Holle witte steel met een kruidige geur.
Smaak: Mild, kruidig.
Gebruik in de keuken: Bakken in boter, verwerken in sauzen of quiches.
De lente biedt een rijke variatie aan eetbare natuur. Of je nu aan de kust bent, in het bos wandelt, of gewoon door het park struint, er zijn volop mogelijkheden om te wildplukken in de lente. Zorg ervoor dat je alleen plukt wat je herkent en wees altijd respectvol naar de natuur. Veel plukplezier!
Wil jij ook veilig en zelfstandig leren wildplukken?
Neem dan snel een kijkje bij onze wildplukwandelingen en wildplukcursus
Bronnen:
Dit blog is geschreven met behulp van de onderstaande boeken. Wij adviseren je deze boeken te gebruiken als je gaat wildplukken in de lente.
- ‘ANWB Paddenstoelengids’ van Markus Flück
- ‘Eetbare wilde planten: 200 soorten herkennen en gebruiken’ van Roland Spiegelberger, Jürgen Guthmann en Steffen Guido Fleischhauer.